In Italie in 2013
Vanuit Zwitserland lopen we Italie binnen. Over een hoge pas, die alleen te voet gebruikt wordt ( of met een muilezel).
Dat is een prachtige ervaring, van dat punt lopen we tot aan de voet van de Alpen, in de Piemonte.
We komen tot in Borgomanero.
Maar dat is nog maar net het begin, we zijn dan net in de Povlakte. Het is de afsluiting van de Alpen-oversteek, die ons uitstekend bevallen is als wandeltocht van drie weken.
Vrij veel geluk gehad met het weer: weliswaar begonnen in een hittegolf, hebben we een paar keer flink onweer gehad, maar dat heeft ons maar eenmaal belet om de geplande route te lopen.
Dag 45 Ladstafel naar Riale
Op deze manier kun je in 45 dagen van Belgie naar Italie lopen met trajecten van gemiddeld 20 km door de bergen. Dat kan natuurlijk best, want we komen heel noordeljk in Italie uit.
We gaan omhoog met de bus en smokkelen een paar kilometer en 300 hoogtemeters: gisteren konden we zien dat er een paar van die vervelend sneeuwpuntjes op de zeer steile helling waren. Ik maak me zorgen, wat iemand schreef dat de afdaling in Italie lastig is.
Met 6 anderen stappen we de bus uit, 4 ervan zijn een opa, een moeder en twee kinderen van ca 10 jaar. Zij gaan ook naar Riale. We lopen langs de weg die naar de stuwdam gaat. Dan steken we daar linksaf, even 100 meter omhoog zodat we boven het meer lopen. Het ligt vol met kristalgruis. Frank en de kinderen blijven rapen. Ook mooie bloemen.
Eenmaal langs het stuwmeer wordt het lastig: je moet zo nu en dan even omlaag naar een sneeuwveld en het is steil. Blij dat we nog fris zijn. Dan liggen tussen de kristallen rare ronde korrels: gewoon helemaal bevroren hagel, waarschijnlijk al sinds de onweersbui van gisteren. Langzaam wordt de weg minder smal en steil, we komen bij de pas.
Het is koud, we eten even wat in de windschaduw en maken foto’s van de grenspaal en de hoogtemeters: 2470 meter! Een beetje angstig richting van het peilloze dal: eerst maar eens een stukje links langs de rand. Het pad ligt min of meer in een ril, dus je loopt beschut. Dan wordt het dalen, in vele zigzaggen. Eigenlijk steeds binnen die ril.
De familie loopt voor ons uit, deze weg is veel makkelijker als dat stuk langs het stuwmeer. Maar dat was eigenlijk ook alleen een probleem door de sneeuw. Na een daling van 100 meter steken we wat naar het einde van het dal terug. Daar gaan we langs en tussen grote rotsen verder, het pad blijft goed beschermd. Nog 200 meter en we komen op de Bettelmatt, de bedel alp dus. Een prachtige groene vlakte met een meanderende rivier.
Aan het eind begint al een weg, wij lopen over het wandelpad. Weer flink dalen tot een stuwmeer op 1800 meter. Omdat we maar de halve route doen, hebben we tijd zat en we besluiten langs de rustige kant te gaan. Die is mooi, er lopen meer mensen. Aan het einde het eerste Italiaanse dorpje, Murasco. Een espresso, wat belletjeswater en het kost weer niets. Nu is het niet ver dalen meer naar Riale, maar het wordt al wel weer dreigend. Koud zijn we op onze hotelkamer, of er barst weer een enorme bui los. In eenmaal hadden we dit nooit kunnen lopen vanuit Ulrichen, want dan waren we nog nauwelijks boven geweest. Het is een zomerpension, we moeten uitkiezen wat we willen eten, het eten is voor iedereen ongeveer op dezelfde tijd. Dat systeem kennen we, gezellig en goedkoop. Tijdens het eten observeren we de vakantie gezinnen, met tienerdochters en slecht etende kinderen. Ach ja. Lekker slapen in het nieuwe land.