67: 18 april: Zoagli naar Riva Trigoso

Langs de Romeinse Via Aurelia

Tijdens de nacht worden we regelmatig wakker van de treinen, die direct onder ons raam voorbijkomen. We moeten vanaf de B&B omhoog, besluiten dat we nog genoeg eten hebben om pas in het volgende dorp boodschappen te doen. Omhoog, dat wordt al gewoon, hier is het door een heel mooi groen dal. We lopen soepel omhoog langs het eerste kerkje. Al kletsend lopen we onze afslag voorbij, dus we moeten een stukje terug. Op de terugweg zien we dat we een school  zijn gepasseerd, die hadden we nog niet ontdekt, we zien ook nauwelijks kinderen.

 

Gisteren liepen we wel langs de Via della Costa, nu doen we een eigen tussenstukje naar een mooie Maria kerk: we lopen omhoog en komen op een klein bospad. Volgens OpenCycleMaps komt er een afslag naar de kerk. Ik denk: dat moet aangegeven staan, die kerk. Het is toch wat later dan ik denk, maar dan een mooi dalend bospad naar Nostra Dame. Vervolgens vindt Frank dat het nog wat mooier kan als ik voorstelde: met een kortere steilere weg lopen we van een dorpje recht naar beneden naar de kerk. Dat moet een oud pad zijn, het loopt langs een trap naar beneden. Het heiligdom ligt erg mooi, prachtige fresco’s, oa van een verontwaardig kijkende Pilatus, die kijkt of hij er niets mee te maken wil hebben. En een mooie Maria. Een bewaker doet de kerk achter ons dicht.

 

Dan naar het dorp, Lavagna. Geen erg mooi dorp, groot en veel nieuwbouw, een paar kilometer langs strand, haven en huizen. De haven wordt net opgeknapt, op zoek naar meer toeristen. Eten kopen gaat wat lastig, alleen Carrefour expres, met weinig keus. Het is lunchpauze, Frank constateert dat we al weer nog maar 7 km gedaan hebben van de 25. Uit het dorp langs een slingerende weg die mooi uitzicht geeft. Er liggen ook een paar campings aan. We halen een oudere man in, we groeten elkaar. Even later moet onze weg naar onderen afbuigen, naar de Via Romana. Dat is afgezet. De man achter ons gebaart: willen we naar Cavi? Dat kan hier niet, aardverschuiving. Maar hij wijst ons wel een trap. We dalen af en komen in Cavi, leuk dorpje. Vlak daarna meten we weer afbuigen om over een steile kust heen te gaan, waar de weg een tunnel neemt. Daar staat dezelfde man ons op te wachten, hij moet ook die kant op. Samen lopen we pratend verder: hij woont in Sestri Levante en is aan het wandelen. We leggen hem uit wat we doen, hij wandelt ook veel, maar niet zo ver. Hij legt ons uit dat we hier de echte Romeinse Via Aurelia volgen, een origineel stuk.

 

Erg mooi pad, spectaculair uitzicht op Sestri. Afdalen kan steil, maar hij zegt: als we nu doorlopen over de Via Aurelia komen we over 5 originele viaducten. Ze zijn klein, maar wel mooi.

Bij het dorp nemen we afscheid. Sestri is een leuke badplaats: twee baaien, ruim, niet zo vol als de Cinque Terre. We eten een lekker ijsje en gaan nogmaals de berg over, richting van Riva Trigoso aan de andere kant van de berg.

Eerst flink stijgen, dan langzamer met mooi uitzicht. Op een plaats waar we af zouden moeten steken, zit net een stel met een vervelende hond. Alleen daaraan denkend, let ik niet op en lopen we een km fout verder. Omdat het een werkelijk prachtig stuk is, vinden we het niet erg.

 

We besluiten toch terug te gaan, hond al lang vertrokken. Het is na zessen, in de vallende avond steken we achter de berg door langs een doodstille vallei. Dan afdalen naar Riva.

 

Ons hotel ligt een beetje raar, aan de achterkant van een militaire werf. Riva Trigoso is geen toeristenplaats, het heeft de werf en toelever-industrie. Maar het ligt wel mooi aan het strand. We zijn er tegen acht uur, kunnen we nog eten? Geen probleem.

 

Dus een douche en dan de hele Italiaanse maaltijd van anti pasti tot dolce zonder probleem in onze magen. Slapen met de deur open naar de zee: dat is eigenlijk te lawaaiig, want de golven bonken op het strand, er is veel wind.

26 km, nergens de hoofdweg, veel kleine weggetjes en 5 km bospad. Een schitterende tocht.

 

19 april: rustdag in Riva Trigoso

Frank wilde graag snorkelen. Dat zou bij Riva goed kunnen. Dus daar een rustdag gepland, om eens even bij te komen van de eerste drie dagen trap op- trap af. Maar: de zee is nog koud en er is veel branding. Na het ontbijt check ik mijn mail en Frank kijkt of we bij zee kunnen komen. Rustige strandjes, alleen hoge golven en geen leven in zee te zien.

Je kunt de grote stenen goed stapelen tot Steinmaennli, in de verte zie je de hoge bergen van de Ligurische Alpen waar steenmannetjes thuis horen…

We lopen om de werf heen naar het centrum. Grote werf, maar weinig lawaai. We hebben ooit in Hoogezand tegenover een scheepswerf gewoond, dat maakte veel meer herrie. Simpel stadje, de meeste mannen lopen of fietsen in het rond met een helm op of aan het stuur. Zoeken een bar waar we een gevulde focaccia eten. Dan vallen we in het hotel in slaap. Buiten voor het hotel liggen mensen te barbecueën, dat wil zeggen allemaal Italianen liggen daar vol in de zon te bakken in bikini of zwembroek. ’s Avonds kopen we vast spul voor de lunch van morgen.

We zijn nu ongeveer halverwege het stuk dat we langs de kust zullen lopen, het is ons tot nu toe prima bevallen.