75: 28 april: van Orentano naar Vinci

Het everzwijnenpad

Na een eenvoudig ontbijt lopen we richting Galleno, waar de Francigena loopt. Langs wat kleine weggetjes door boerenland komen we daar. Er staan warempel pelgrims, lijken Nederlanders. Wij gaan koffiedrinken, er vraagt meteen iemand of we een stempel willen. Maar tsja, daar doen we niet echt aan. Onze tocht gaat vandaag eerst door een bosgebied, dan langs een moeras en vervolgens door de olijfboomgaarden.

Om in het bos te komen moeten we nog over gewone wegen naar Pinete. In de dorpswinkel, klein maar goed voorzien, kopen we lunch. Dan moeten we even zoeken naar het begin van ons pad. Met behulp van de gps lopen we over boswegen door voornamelijk vrij laag kreupelhout. Het is wel heel fascinerend, dat de GPS het mogelijk maakt om tussen allerlei maffe kleine weggetjes toch de goede kant te kunnen kiezen. De weggetjes worden wel kleiner. Erg klein, we klauteren over een omgevallen boom. Dan moeten we even een stukje om een helemaal dichtgegroeid pad. Tot het weer wat breder wordt langs een omgeploegd veld. Vlak daarna steekt de weg weer het bos in, wel heel erg modderig. 50 m verderop staat een zelfgemaakt teken: everzwijnenweg!

Intussen zien we een heel stel fraaie bloemen, zie de plaatjes: twee soorten orchidee, twee soorten bremraap, een bruine pijpbloem, heel mooie papavertjes, de paarse morgenster, net als op het Groninger hogeland, graslelie, de kleine roze ui. En een venkel van twee meter, maar dat kan makkelijk, ze kunnen tot 4 meter hoog worden!

 

Daarna lopen we dit bosgebied uit en richting van de Padule di Fuccechio. Weer een moerasgebied. Als we er komen, is het een prachtig veengebied, dat wel verveend lijkt, met legakkers en sloten. Het zit vol met reigers: blauwe, zilver-, purper-, kleine witte, koereigers. En ganzen, zwanen, aalscholvers, meeuwen. En het echte natuurgebied ligt dan nog een stuk buiten onze route. Onze kijker blijkt het helaas niet meer te doen, niet meer in te zoomen, maar omdat we prachtig hoog over een dijk lopen hebben we fraai zicht.

 

Helemaal tevreden gaan we een broodje eten en lopen dan de bewoonde wereld weer in. Een dorp met veel Chinezen. Een Chinees jongetje vraagt ons in het Italiaans wat we daar doen, in zijn straat met onze rugzak. Geeft toch altijd even de reactie: dat hij zo goed Italiaans spreekt! Lopend langs een riviertje / slootje verlaten we Stabbia. We blijven het riviertje volgen, een mooi dal door. Om ons heen beginnen de olijfboomgaarden. Met behulp van de GPS lopen we richting Vinci, nog niet te zien. Het grootste deel van de weg is ook als fietspad gemarkeerd, op 1 klein stukje na. Dat is een rood/wit gemarkeerd wandelpad. Passeert een beek, ivm de regen is dat even lastig, dwz kletspoot. Dan ligt Vinci in de verte, er ligt alleen nog een dal tussen. Opeens zijn we uit die vlakte van Stabbia weer aan de rand van een heuvelgebied. Dus omlaag en dan omhoog het dorp in waar Leonardo opgroeide. Mooie vergezichten.

Ons hotel ligt aan de rand, beetje ouderwets Italiaans met elke kamer aan een kunstenaar gewijd. Wij hebben Klimt, mooie reproducties en een erg mooi bed uit de jaren zestig, van hout. Aardige mensen.

Omdat we morgen naar het museum van Leonardo wilen, kijken we of het echt om half tien opengaat en waar het is. Dan kunnen we eerst in het museum en dan onze etappe lopen. Het lijkt te gaan kloppen.

We eten in een pizzeria, ik heb een heerlijke pizza, Frank gewoon menu. Eerst rustig, tegen dat we klaar zijn zit er een Oost-Europese uitwisselingsklas en een aantal dorpelingen.

Vandaag 25 km, 15 km landweg en bospad, 1 km drukke weg. (de Via Francigena is weer de paarse stippellijn)