22 mei: van Ferentillo naar Don Bosco

 

We ontbijten nog samen, dan nemen we afscheid van Nieske. Die heeft nog veel tijd in Rome tot ze in de avond terugvliegt. (uiteindelijk is ze pas om 2 uur thuis, want de Duitse luchtverkeersleiders staken).

Anne en Titi alleen verder. Dan moet Anne maar op de bloemen letten, Titi mist te veel. Vandaag ver omhoog, het weer is goed. Eerst het stuk naar Ferentillo, als we daar zijn zien we de bus nog langsrijden waar Nieske in zit. Zwaaien, hopen dat ze ons ziet. We kopen lunch voor twee dagen, want vanavond slapen we in een berghotel. Het dorpje door en dan een stukje over een asfaltweg voor de klim begint. Dat gaat eerst heel makkelijk, dan een stukje over een wat steiler pad. Soms even pauze houden, we stijgen lekker door. Er staat een aanwijzing naar een bron, die is bijna onbereikbaar door wat aardverschuivingen en verderop komt het water meteen in een drinkbak uit. Niet zoals in Zwitserland of Oostenrijk met een kraantje waar het uit stroomt, dus dit water kun je niet gebruiken.

 

Uiteindelijk zijn we boven en gaan langs een vlakke bosweg. Net onder de kam, matig uitzicht dus een beetje saai. Halverwege zitten de zes Duitse vrouwen op het pad wat te eten, wij hadden al pauze gehouden voor we boven waren. Net als we denken dat we het nu echt wel gehad hebben met tussen de bomen lopen, zijn we boven. Weer een grote plattegrond op een bord, waarschijnlijk worden zo de truffelgebieden gemarkeerd. Linksaf en dan weer rechtsaf, in de verte horen we honden. Er rijdt een rood autootje, wij gaan een weidegebied op waar een paar vakantiehuizen staan. Op een heel mooi plekje lunch, de groepjes Duitsers passeren ons. Iemand vertelt dat die auto de honden zoekt, die we hoorden blaffen. Hebben we ons dus alweer voor niets druk gemaakt.

 

We dalen weer wat en komen dan op een ongebruikte asfaltweg die langzaam vervalt: er zitten dikke gaten in, er rijdt geen enkele auto over. Als we die weg afkomen staat er een bord dat de markering op het vorige stuk ontbreekt. Nu is het nog 5 bochten omhoog over een wat grotere weg naar het Hotel Don Bosco.

 

Binnen voor het onweer. Uiteindelijk verzamelt bijna iedereen zich hier, een groep Duitsers vertellen dat hun wandelgids het afsnijden van de 5 bochten voorstelde. Maar dat was echt een heel steile klim.

 

Anne bedenkt een nieuwe manier om de was op te kunnen hangen: de ramen gaan normaal naar binnen open en ze zijn vaak vrij klein. Dus dan heb je een mooi rekje voor de stokken.

Bij het eten komt ook de oude hoteleigenaar, helemaal dement, maar hij is er toch bij. Een kleinkind zorgt voor hem. De bazin, waarschijnlijk een dochter, loopt zich het vuur uit de sloffen om ons allemaal te bedienen. Het had best wat langzamer gemogen, we hebben geen haast.